Betrekkelijke voornaamwoorden in het Engels
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inBetrekkelijke voornaamwoorden worden gebruikt om te verwijzen personen, dieren of voorwerpen die eerder genoemd zijn in een zin. Daarnaast verbinden betrekkelijke voornaamwoorden ook twee delen van een zin. In het Engels heten betrekkelijke voornaamwoorden relative pronouns. Het verschil met het Nederlands en wanneer je de betrekkelijke voornaamwoorden gebruikt wordt hieronder uitgelegd.
De tabel hieronder geeft een kort overzicht van de betrekkelijke voornaamwoorden in het Engels en hun Nederlandse vertalingen.
Nederlands | Engels |
---|---|
die/dat/wie | Who, whom |
die /dat | Which |
die/dat | That |
van wie/ wiens | Whose |
Betrekkelijke voornaamwoorden kunnen in het Engels als onderwerp en als voorwerp gebruikt worden. Als Who, which of that gevolgd worden door een werkwoord dan is het een betrekkelijk voornaamwoord die als onderwerp gebruikt wordt.
Voorbeelden:
Volg online taallessen met een professionele leraar
Als een betrekkelijk voornaamwoord gevolgd wordt door een lidwoord, zelfstandig naamwoord of voornaamwoord volgt dan wordt het betrekkelijk voornaamwoord als voorwerp (lijdend of meewerkend) gebruikt.
Voorbeelden:
De verschillende betrekkelijke voornaamwoorden worden voor verschillende situaties gebruikt. Wanneer je welke moet gebruiken wordt hieronder uitgelegd.
Voorbeelden: