Bijvoeglijk naamwoord in het Spaans
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inWelkom bij een nieuwe les in de grammatica cursus. In deze les gaan we het hebben over bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. In het Spaans veranderen bijvoeglijke naamwoorden mee met het geslacht (man/vrouw) en het getal (enkelvoud/meervoud). We beginnen met het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden en tot slot vind je een overzicht met een aantal veelgebruikte bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: de knappe jongen - el chico guapo hier zegt 'knappe' iets over de jongen.
Volg online taallessen met een professionele leraar
Hoe weet je wat de positie is van het bijvoeglijk naamwoord? De regel is dat het bijvoeglijk naamwoord na het zelfstandige naamwoord wordt geplaatst. Voorbeelden hiervan zijn:
Natuurlijk bestaan er ook uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer je het zelfstandignaamwoord extra wilt benadrukken:
De basisregel is dat het bijvoeglijk naamwoord meeveranderd met het zelfstandig naamwoord. Daarbij zijn er twee vormen: -o voor mannelijke woorden en -a voor vrouwelijke woorden. Bijvoorbeeld:
Una amiga vieja - een oude vriendin
Ook komt het bijvoeglijk naamwoord overeen met het aantal van het woord waar het iets over zegt. Bij de bijvoeglijke naamwoorden eigdigend op -o en -a plak je er een -s aanvast. Zoals:
Als het bijvoeglijk naamwoord eidigt op een onbeklemtoonde klinker, voeg je bij het meervoud een -s toe. Bijvoorbeeld:
Als het woord eindigt op -í -ú of een medeklinker, voeg je -es toe om het bijvoeglijk naamwoord in meervoud te zetten. Zoals:
Deze lijst geeft je een overzicht van een aantal veelgebruikte bijvoeglijk naamwoorden in het Spaans.
Nederlands | Spaans |
---|---|
lang | alto |
kort | bajo |
lelijk | feo |
mooi | bonito |
knap | guapo |
dik | gordo |
dun | delgado |
perfect | perfecto |
slecht | malo |
vrij | libre |
enorm | enorme |
beste | mejor |
oud | vieja |
Tot zover de pagina over bijvoeglijke naamwoorden. Maak de oefeningen om dit onderwerp beter te begrijpen en tot de volgende keer!