Wederkerende werkwoorden in het Spaans
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inWelkom bij een nieuwe les in de grammatica cursus. Op deze pagina gaan we het hebben over wederkerende werkwoorden in het Spaans. Wederkerende werkwoorden kun je herkennen door de -se die aan het werkwoord vast zit. Bijvoorbeeld: vestirse - zich aankleden. Op deze pagina krijg je uitleg over het gebruik van wederkerende werkwoorden en met een overzicht van de tien meest gebruikte wederkerende werkwoorden in het Spaans.
De regel is dat de persoon die de actie uitvoert, ook degene is die de actie ontvangt. 'Zich aankleden' is hier een voorbeeld van. Je kleed jezelf aan. Sommige werkwoorden kunnen zowel reflexief als normaal gebruikt worden en hebben beiden een andere betekenis. Zo is duchar iemand douchen en ducharse jezelf douchen.
Volg online taallessen met een professionele leraar
De -se die aan het werkwoord vastgeplakt zit, plaats je voor het werkwoord en in de juiste vorm. Daarvoor is het van belang om de wederkerende voornaamwoorden uit de hoofd te leren, om te zien op wie het betrekking heeft. In dit voorbeeld gebruiken we het werkwoord lavarse - zich wassen. De wederkerende voornaamwoorden zijn dikgedrukt.
Spaans | Nederlands |
---|---|
me lavo | ik was me |
te lavas | jij was je |
se lava | hij / zij wast zich |
nos lavamos | wij wassen ons |
os laváis | zij wassen zich |
se lavan | zij wassen zich |
Nu je de -se van het werkwoord hebt verplaatst, blijft er een werkwoord over. Dit werkwoord vervoeg je op de reguliere manier. Hoe vervoeg je Spaanse werkwoorden in de tegenwoordige tijd?
In de onderstaande tabel vind je een overzicht van de 10 meest gebruikte wederkerende werkwoorden in het Spaans
Spaans | Nederlands |
---|---|
1. acostarse | gaan liggen |
2. despertarse | wakker worden |
3. lavarse | zich wassen |
4. vestirse | zich aankleden |
5. peinarse | je haren kammen |
6. afeitarse | zich scheren |
7. levantarse | opstaan |
8. secarse | zich drogen |
9. romperse | iets breken |
10. relajarse | zich ontspannen |
Tot zover de uitleg over wederkerende werkwoorden in het Spaans. Bekijk de video voor extra uitleg over de wederkerende werkwoorden in het Spaans.