Samengestelde woorden in het Frans - geslacht/meervoud

Wat zijn samengestelde woorden?

Samengestelde woorden (les noms composés) zijn zelfstandige naamwoorden gemaakt van twee of meer woorden. Vaak hangen deze woorden samen met een liggend streepje. 

Heb je een vraag?

Volg online taallessen met een professionele leraar

1. Native en geverifieerde leraren
2. Gratis proefles
3. Inclusief lesmateriaal

Iris S.

MURIEL T.

Elodie O.

Corentin D.

Jasmin B.

Mayte C.

Simone M.

ANDRE D.

Eleonore G.

Michael B.

Schrijf je gratis in

Mannelijk of vrouwelijk? 

Hoe weet je nu precies welk geslacht het samengestelde woord heeft? De volgende 'regels' zijn bijna altijd correct, maar om 100% zeker te zijn, neem je het best een woordenboek erbij.

1. Bij een zelfstandig naamwoord + bijvoeglijk naamwoord (un adjectif) of bijwoord (un adverbe) wordt meestal het geslacht genomen van het zelfstandig naamwoord.

• Une grand-mère - Een grootmoeder
• Une chauve-souris - Een vleermuis

2. Bij twee zelfstandige naamwoorden wordt het geslacht gebruikt van het eerste woord.

• Un court-métrage - Een kortfilm
• Une bande-annonce - Een trailer

3. Bij een zelfstandig naamwoord + een aanvullend zelfstandig naamwoord met eventueel een voorzetsel tussenin, wordt het geslacht gebruikt van het eerste zelfstandig naamwoord. Het aanvullende zelfstandig naamwoord blijft onveranderd.

• Une salle de bain - Een badkamer

• Un sac à dos - Een rugzak

4. Een voorzetsel + zelfstandig naamwoord is meestal mannelijk.

• Un après-midi - Een namiddag
• Un tête-à-tête - Een gesprek onder vier ogen

5. Een samengesteld woord met een werkwoord is steeds mannelijk. 

• Un essuie-main - Een handdoek
• Un marque-page - Een bladwijzer

Meervoud samengestelde woorden

Ook het meervoud van samengestelde woorden volgt enkele regels. Maar ook hier bestaan er uitzonderingen op. 

1. Bij twee zelfstandige naamwoorden en bij een zelfstandig naamwoord + bijvoeglijk naamwoord krijgen beide woorden een meervoudsvorm.

• Un grand-père → Des grands-pères - Grootvaders
• Un oiseau-mouche → Des oiseaux-mouches - Kolibries
• Un cerf-volant → Des cerfs-volants - Windvliegers

2. Bij een zelfstandig naamwoord + een aanvullend zelfstandig naamwoord krijgt enkel het eerste zelfstandig naamwoord een meervoudsvorm.

• Un arc-en-ciel → Des arcs-en-ciel - Regenbogen
• Une pomme de terre → Des pommes de terre - Aardappelen
• Un timbre-post → Des timbres-post - Postzegels

3. Bij samengestelde woorden met zelfstandig naamwoord + werkwoord of bijwoord (adverbe) blijven het werkwoord of bijwoord onveranderd.

• Un sous-titrage → Des sous-titrages - Ondertitelingen
• Un couvre-lit → Des couvre-lits - Dekens
• Un avant-première → Des avant-premières - Voorvertoningen

4. Werkwoord + werkwoord en werkwoord + adverbe blijven onderveranderd.

• Un savoir-vivre → Des savoir-vivre - Beleefde manieren
• Un passe-partout → Des passe-partout - Lopers