Overslaan en naar de inhoud gaan
Onze cursussen
Meld je gratis aan
Inloggen
Toggle navigation
Inloggen
Meld je gratis aan
Toggle navigation
Duitse grammatica
Zelfstandige naamwoorden in het Duits
Vervoegen van Duitse zelfstandige naamwoorden
Sleepoefening over sterke zelfstandige naamwoorden met bepaalde lidwoorden
Toggle navigation
Duitse grammatica
1
Naamvallen in het Duits
Oefening over alle naamvallen
Schrijfoefening over alle naamvallen
1.1
1e Naamval Duits (nominatief)
Oefen met de nominatief
Meerkeuze-oefening over de nominatief
1.2
2e naamval Duits (genitief)
Meerkeuze-oefening van de 2e naamval
Een oefening over de genitief.
1.3
3e naamval Duits (datief)
Meerkeuze-oefening van de 3e naamval
Schrijfoefening van de 3e naamval
1.4
4e naamval Duits (accusatief)
Meerkeuze-oefening van de 4e naamval
Schrijfoefening van de 4e naamval
2
Lidwoorden in het Duits
Gebruik van bepaalde lidwoorden in het Duits
Oefen met de onbepaalde lidwoorden
3
Zelfstandige naamwoorden in het Duits
Meerkeuze-oefening de zelfstandige naamwoorden
Schrijfoefening over de zelfstandige naamwoorden
3.1
Geslacht van Duitse woorden (mannelijk of vrouwelijk)
Oefening: der, die of das
Oefening over het geslacht van zelfstandige naamvallen
3.2
Meervoud in het Duits
Kies de juiste meervoudsvorm
Schrijfoefening over het enkelvoud en het meervoud
3.3
Vervoegen van Duitse zelfstandige naamwoorden
Sleepoefening over sterke zelfstandige naamwoorden met bepaalde lidwoorden
Sleepoefening over sterke zelfstandige naamwoorden met onbepaalde lidwoorden
Schrijfoefening over sterke- en zwakke zelfstandige naamwoorden
3.4
Verkleinwoorden in het Duits
Oefening over de naamvallen en de verkleinwoorden
Oefen met de Duitse verkleinwoorden
3.5
Hoofdletters in de Duitse grammatica
Schrijfoefening over het gebruik van hoofdletters
4
Bijvoeglijke naamwoorden in het Duits
Meerkeuze-oefening over de bijvoeglijke naamwoorden
Schrijfoefening over het maken van bijvoeglijke naamwoorden
Schrijfoefening over de bijvoeglijke naamwoorden
4.1
Trappen van vergelijking in het Duits
Oefening over de trappen van vergelijking
Meerkeuze-oefening over de juiste trap van het bijvoeglijk naamwoorden
5
Werkwoorden in het Duits
5.1
Duitse tijden en de werkwoorden vervoegen
Meerkeuze-oefening over de werkwoorden
Schrijfoefening over alle werkwoordsvormen
5.1.1
Tegenwoordige tijd in het Duits (Präsens)
Meerkeuze-oefening over de Präsens
Schrijfoefening over de Präsens
5.1.2
Onvoltooid verleden tijd (Präteritum) in het Duits
Meerkeuze-oefening over de Präteritum
Schrijfoefening over de Präteritum
5.1.3
Voltooid tegenwoordige tijd (Perfekt) in het Duits
Meerkeuze-oefening over de Perfekt
Schrijfoefening over de Perfekt
5.1.4
Voltooid verleden tijd (Plusquamperfekt) in het Duits
Sleepoefening over de Plusquamperfekt
Schrijfoefening over de plusquamperfekt
5.1.5
Toekomende tijd (Futur) in het Duits
Schrijfoefening over de Futur 1
Schrijfoefening over de Futur 2
5.2
Infinitief in het Duits
Sleepoefening over de infinitief
5.3
Lijst met belangrijke werkwoorden in het Duits
5.4
Duitse onregelmatige (sterke) werkwoorden vervoegen
Meerkeuze-oefening over de onregelmatige werkwoorden
Schrijfoefening over de onregelmatige werkwoorden
5.4.1
Hulpwerkwoorden in het Duits
Meerkeuze-oefening de werkwoorden: haben, sein en werden
Schrijfoefening over de werkwoorden: haben, sein en werden
5.4.1.1
Vervoegen van het werkwoord sein (zijn)
Sleepoefening over het werkwoord sein
5.4.1.2
Vervoegen van het werkwoord haben (hebben)
Sleepoefening over het werkwoord haben
5.4.1.3
Vervoegen van het werkwoord werden (zullen)
Sleepoefening over het werkwoord werden
5.4.2
Modale werkwoorden in het Duits
Meerkeuze-oefening over de modale werkwoorden
Schrijfoefening over de modale werkwoorden
5.4.2.1
Vervoegen van het werkwoord können
5.4.2.2
Vervoegen van het werkwoord müssen
5.4.2.3
Vervoegen van het werkwoord dürfen
5.4.2.4
Vervoegen van het werkwoord sollen
5.4.2.5
Vervoegen van het werkwoord wollen
5.4.2.6
Vervoegen van het werkwoord mögen
5.5
Duitse regelmatige (zwakke) werkwoorden vervoegen
Meerkeuze-oefening over de regelmatige (zwakke) werkwoorden
Schrijfoefening over de regelmatige (zwakke) werkwoorden
5.6
De actieve en passieve vorm in het Duits
Meerkeuze-oefening over de actief en passief
Schrijfoefening over de actieve en passieve vorm
5.7
Samengestelde werkwoorden: scheidbaar en onscheidbaar
Vertaaloefening over de samengestelde werkwoorden
Schrijfoefening over de samengestelde werkwoorden.
5.8
Gebiedende wijs (imperativ) in het Duits
Meerkeuze-oefening over de gebiedende wijs
Schrijfoefening over de imperatief
5.9
De conjunctief (Konjunktiv) in het Duits
Sleepoefening over de conjuctief 1 en 2
Schrijfoefening over de conjuctief 1 en 2
5.10
Voltooid deelwoord (Partizip) in het Duits
Meerkeuze-oefening over het voltooid deelwoord.
Schrijfoefening over het voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord.
6
Bijwoorden in het Duits
schrijfoefening: bijwoorden over tijd
Schrijfoefening: bijwoorden over plaats
Schrijfoefening: bijwoorden over hoeveelheid
7
Voornaamwoorden in het Duits
Meerkeuze-oefening over de voornaamwoorden
Schrijfoefening over de voornaamwoorden
7.1
Persoonlijke voornaamwoorden in het Duits
Schrijfoefening over persoonlijke voornaamwoorden in de nominatief
Schrijfoefening over persoonlijke voornaamwoorden (alle naamvallen)
7.2
Bezittelijke voornaamwoorden in het Duits
Sleepoefening over bezittelijke voornaamwoorden
Schrijfoefening over de bezittelijke voornaamwoorden
7.3
Aanwijzende voornaamwoorden in het Duits
Schrijfoefening over der, die of das en dieser, dieses of diese.
Schrijfoefening over de aanwijzende voornaamwoorden
7.4
Vragende voornaamwoorden in het Duits (w-vragen)
Meerkeuze-oefening over vragende voornaamwoorden
Schrijfoefening over de vragende voornaamwoorden
7.5
Wederkerende voornaamwoorden in het Duits
Schrijfoefening over wederkerende voornaamwoorden
7.6
Onbepaalde voornaamwoorden in het Duits
Schrijfoefening over onbepaalde voornaamwoorden
7.7
Betrekkelijke voornaamwoorden in het Duits
Schrijfoefening over betrekkelijke voornaamwoorden
8
Voorzetsels in het Duits
8.1
Type voorzetsels in het Duits
Meerkeuze-oefening over alle type voorzetsels
Schrijfoefening over alle type voorzetsels
8.2
Duitse naamvallen met voorzetsels
Meerkeuze-oefening over Duitse naamvallen met voorzetsels
Schrijfoefening over de naamvallen met voorzetsels
8.3
Duitse werkwoorden met vaste naamvallen
Meerkeuze-oefening over Duitse werkwoorden met vaste naamvallen
Schrijfoefening over Duitse werkwoorden met vaste naamvallen
8.4
Duitse bijvoeglijke naamwoorden met vaste voorzetsels
Schrijfoefening over bijvoeglijke naamwoorden met vaste naamvallen
Meerkeuze-oefening over bijvoeglijke naamwoorden met vaste naamvallen
9
Zinsopbouw in het Duits
9.1
Zinsopbouw van hoofdzinnen in het Duits
Sleepoefening over de zinsopbouw
Schrijfoefening over de zinsopbouw
9.2
Ontkenning (niet) in het Duits
Schrijfoefening over niet (nicht)
Schrijfoefening over geen (kein)
9.3
Vragende zinnen in het Duits (vragen stellen)
Meerkeuze-oefening over vragende zinnen
Schrijfoefening over vragende zinnen.
9.4
Indirecte rede in het Duits
Schrijfoefening over de indirecte rede
9.5
Voegwoorden in het Duits
Meerkeuze-oefening over de voegwoorden
Schrijfoefening over de voegwoorden
Sleepoefening over sterke zelfstandige naamwoorden met bepaalde lidwoorden
Sleep de juiste lidwoorden naar de juiste vakjes.
Inhoudstafel oefening.
Terug naar de les
Sleepoefening over sterke zelfstandige naamwoorden met bepaalde lidwoorden
Sleepoefening over sterke zelfstandige naamwoorden met onbepaalde lidwoorden
Schrijfoefening over sterke- en zwakke zelfstandige naamwoorden