Toekomende tijd (Futur) in het Duits

Wanneer gebruik je de toekomende tijd?

De toekomende tijd wordt gebruikt om een handeling of toestand uit te drukken wat in de toekomst zal plaatsvinden.

Heb je een vraag?

Volg online taallessen met een professionele leraar

1. Native en geverifieerde leraren
2. Gratis proefles
3. Inclusief lesmateriaal

Niccolò C.

Dina P.

Annelie P.

Eleonore G.

Holger V.

Geert J.

Lara R.

Christiaan E.

Bianka B.

Josanne V.

Schrijf je gratis in

Toekomende tijd (Futur 1)

Je gebruikt de Futur 1 wanneer:

• Je een doel in de toekomst beschrijft.
• Je een veronderstelling in de toekomst beschrijft.
• Je een veronderstelling in het heden beschrijft.

Hoe vervoegen?

Je vervoegt het werkwoord werden en combineert dit met de infinitief van het werkwoord. Pas op! Dit verschilt sterk van het Nederlands waar doorgaans het werkwoord "gaan" of "zullen"gebruikt wordt.

Voorbeelden

De voorbeelden beschrijven een doel in de toekomst, een veronderstelling in de toekomst en een veronderstelling in het heden.

• Morgen werden wir alle zum Konzert gehen. - Morgen zullen wij allen naar het concert gaan.
• Sie wird vermutlich sehr glücklich sein. - Zij zal waarschijnlijk heel blij zijn.
• Dennoch wird sie immer noch die kleinste sein. - Toch zal zij nog de kleinste zijn.

Toekomende voltooide tijd (Futur 2)

Je gebruikt de Futur 2 wanneer:

• Je vertelt over een situatie die al voltooid is in de toekomst.
• Je een veronderstelling beschrijft over het verleden.

Hoe vervoegen?

Om de toekomende voltooide tijd te krijgen vervoeg je het werkwoord werden, plus de voltooid tegenwoordige tijd en het werkwoord haben of sein.

Voorbeelden

• Morgen werde ich beim Friseur gewesen sein. - Morgen zal ik bij de kapper geweest zijn.
• Das Auto wird wohl eine Panne gehabt haben. - De auto zal een onderbreking gehad hebben.