Voltooid deelwoord in het Frans (participe passé)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe Franse werkwoordswijze 'participe' wordt onderverdeeld in twee tijden:
De participe présent is het tegenwoordig deelwoord of onvoltooid deelwoord in het Nederlands. Het is een verbale vorm die eindigt op '-ant'. Wanneer het als verbale vorm wordt gebruikt is het onveranderlijk, wanneer het als adjectief wordt gebruikt, wordt de vorm aangepast aan het geslacht en getal van de persoon/het ding waar het bijhoort.
Volg online taallessen met een professionele leraar
Het onvoltooid deelwoord heeft in het Frans voornamelijk 3 gebruiken:
Gebruik | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Als adjectief | La femme charmante | De aangename vrouw |
Als bijwoord | Des enfants écoutant bien | De goed luisterende kinderen |
Om het gerundium op te zetten ('al' / 'door te') | Il pensait à son enfance en mangeant la glace. | Al etend van een ijsje dacht hij aan zijn kindertijd. |
in deelzinnen gevolgd door een lijdend of meewerkend voorwerp (vervangt 'qui') | La femme captivant l'attention de tous les hommes. | De vrouw die de aandacht trekt van alle mannen. |
Het tegenwoordig deelwoord wordt gevormd door de de stam van de nous-vorm van de tegenwoordige tijd (indicatif présent) te nemen en daaraan de uitgang '-ant' te plakken.
Er bestaan 3 uitzonderingen op bovenstaande regel:
Indien het tegenwoordig deelwoord wordt gebruikt als adjectief, wordt het getal en het geslacht aangepast aan het onderwerp.
Mannelijk | Vrouwelijk | |
---|---|---|
Enkelvoud | / | -e |
Meervoud | -s | -es |
De participe passé, het voltooid deelwoord in het Nederlands, is een verbale vorm die wordt gebruikt voor verschillende rollen. De meest belangrijke is als onderdeel van de samengestelde werkwoordsvormen.
Gebruik | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Als adjectief | La porte ouverte | De open deur |
Voor het vormen van samengestelde werkwoorden | J'ai ouvert la porte. | Ik heb de deur geopend. |
1. Participe passé eindigend op '-é'
2. Participe passé eindigend op '-i'
3. Participe passé eindigend op '-is'
4. Participe passé eindigend op '-it'
5. Participe passé eindigend op '-t'
6. Participe passé eindigend op '-u'
Om het verschil aan te tonen met du ('de + le'), wordt een accent circonflexe (^) op de participe passé van devoir gezet (dû)
In volgende gevallen wordt het voltooid deelwoord aangepast aan geslacht en getal:
1. als adjectief.
2. als het voltooid deelwoord vervoegd wordt 'être' en de persoon het onderwerp is.
3. als het lijdend voorwerp voor het werkwoord 'avoir' staat.
4. als het een wederkerend werkwoord is.