Voorzetsels in het Frans (les prépositions)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inVoorzetsels (les prépositions) zijn onveranderlijke begrippen die een relatie in de zin aangeven tussen twee woorden. Het Frans kent heel wat voorzetsels. De meeste hiervan moet je vanbuiten leren, maar oefening baart kunst. De voorzetsels 'à' en 'de' komen het vaakst voor.
Volg online taallessen met een professionele leraar
Hieronder een lijst met enkele voorbeelden van Franse voorzetsels van tijd.
Voorzetsel | Wanneer gebruiken? | Voorbeelden |
---|---|---|
Met uren | À six heures - Om 6 uur | |
À | Met eeuwen | Au XXème siècle - In de 20e eeuw |
Een bepaalde duur aanduiden | De 7h à 9h - Van 7 tot 9 uur | |
Après | Bepaalde tijd aanduiden met iets dat erop voorgaat | Après le concert - Na het concert |
Avant | Bepaalde tijd aanduiden met iets dat erop volgt | Avant le concert - Voor het concert |
Dans | Om duurtijd aan te duiden | Dans trois heurs - Binnen 3 uur |
De | Om duurtijd aan te duiden | De 10h à 11h - Van 10 tot 11 uur |
Depuis | Vanaf een specifiek tijdstip | Depuis le 12 juin - Vanaf 12 juni |
Dès | Vanaf een specifiek tijdstip | Dès aujourd'hui - Vanaf vandaag |
Met maanden | En mars - In maart | |
En | Met seizoenen | En été - In de zomer |
Met jaartallen of schooljaren | En 2008 - In 2008 | |
Jusque | Tot een bepaald tijdstip | Jusqu'au printemps - Tot aan de lente |
Pendant | Om duur uit te drukken | Pendant la réunion - Tijdens de vergadering |
Voor het seizoen lente wordt niet 'en' maar 'à' gebruikt om te zeggen 'in de lente': au printemps. Bij de andere seizoenen gebruiken we wel 'en': en été, en hiver, en automne.
Hieronder een lijst met enkele voorbeelden van Franse voorzetsels van plaats.
Voorzetsel | Hoe te gebruiken? | Voorbeelden |
---|---|---|
Met gebouwen | À la librairie - Naar de bibliotheek | |
À | Met steden | À Paris - In/naar Parijs |
Met mannelijke landen | Au Portugal - In/naar Portugal | |
À côté de | Naast iets | À côté de la gare - Naast het station |
À droite | Rechts van iets | À droite de la table - Rechts van de tafel |
À gauche | Links van iets | À gauche de la table - Links van de tafel |
Au-delà de | Voorbij, andere kant van iets | Au-delà des montagnes - Voorbij de bergen |
Au-dessous de | Onder iets | Au-dessous de l'armoir - Onder de kast |
Au-dessus de | Boven iets | Au-dessus de l'armoir - Bovenop de kast |
À travers | Door iets | À travers la France - Doorheen Frankrijk |
Chez | Bij iets/iemand | Chez mon père - Bij mijn vader |
Contre | Tegen iets | Contre le mur - Tegen de muur |
Dans | In iets | Dans le train - In de trein |
De | Herkomst | Je viens de Gand - Ik kom van Gent |
Derrière | Achter iets | Derrière la maison - Achter het huis |
En | Met vrouwelijke landen en mannelijke landen beginnend met klinker | En Afrique - In Afrika |
En dehors de | Buiten iets | En dehors de la maison - Buiten het huis |
En face de | Tegenover iets | En face de la boulangerie - Tegenover de bakker |
Loin | Ver van iets | Il habite loin de la gare - Hij woont ver van het station |
Par | Door iets | Regarder par la fenêtre - Door het venster kijken |
Près | Dichtbij iets/iemand | Il habite près de la gare - Hij woont dichtbij het station |
Sous | Onder iets | Sous la table - Onder de tafel |
Sur | Op iets | Sur la table - Op de tafel |
Vers | Richting/nabij iets | Versailles se trouve vers Paris - Versailles bevindt zich nabij Parijs |
Deze voorzetsels helpen om de oorzaak van iets uit te drukken. Hieronder een lijst van enkele voorbeelden van Franse voorzetsels van oorzaak.
Voorzetsel | Vertaling | Voorbeelden |
---|---|---|
À cause de | Door iets | À cause de la chaleur j'ai soif. - Door de warmte heb ik dorst. |
Grâce à | Dankzij iets | Grâce à toi j'ai pu finir mon travail à temps. - Dankzij jou heb ik mijn werk op tijd kunnen afmaken. |
À force de | Door voortdurend te | À force de manger j'ai pris du poids. - Door voortdurend te eten ben ik aangekomen. |
En raison de | Vanwege iets | Leur voyage fut annulé en raison de la pluie. - Ze hebben hun reis afgebroken vanwege de regen. |
Sous l'effet de | Onder het effect van iets | Sous l'effet de médicaments, il s'est endormi. - Onder het effect van medicatie, is hij is slaap gevallen. |
Compte tenu de | Als gevolg van iets | Compte tenu de la mauvaise météo, l'école est fermée. - Als gevolg van het slechte weer, is de school gesloten. |
Du fait de | Door iets | Du fait de ton comportement, tu es puni. - Door jouw gedrag ben je gestraft. |
Étant donné que | Vermits | Étant donné que tu aimes l'art, tu vas au musée. - Vermits jij houdt van kunst, ga jij naar het museum. |
Vu que | Aangezien | Vu que tu es sage, tu auras une glace. - Aangezien jij braaf bent, zal jij een ijsje krijgen. |
Faute de | Door het gebrek aan iets | Faute de temps, elle n'a pas mangé. - Door het gebrek aan tijd, heeft ze niet gegeten. |
Deze voorzetsels maken het mogelijk om een doel uit te drukken.
Voorzetsel | Vertaling | Voorbeelden |
---|---|---|
Pour | Voor | Pour faire plaisir à son père, il étudie. - Hij studeert om zijn vader te plezieren. |
Afin de | Zodat, daardoor | Afin de vivre, il faut manger. - Om te leven, moet men eten. |
En vue de | Met het oog op | En vue de grandir, il faut boire du lait. - Met het oog op groeien, moet men melk drinken. |
Dans le but de | Met de bedoeling te, om | Dans le but de réussir, il faut travailler. - Om te slagen, moet men werken. |
De façon à | Om | De façon à être riche, il faut gagner au loto. - Om rijk te zijn, moet met de lotto winnen. |
De manière à | Om | De manière à être beau, il faut dormir suffisamment. - Om mooi te zijn, moet men genoeg slapen. |
De peur de | Uit angst voor | De peur de ne pas réussir, il étudie beaucoup. - Uit angst voor niet te slagen, studeert hij veel. |
De crainte de | Uit angst voor | De crainte de ne pas être compris, il ne dit rien. - Uit angst om niet begrepen te worden, zei hij niets. |
Met deze voorzetsels kan worden uitgedrukt hoe iets is gerealiseerd. Hieronder een lijst met enkele voorbeelden van Franse voorzetsels van wijze.
Voorzetsel | Voorbeelden |
---|---|
À | Il chante à tue-tête. - Hij zingt uit volle borst. |
De | Il le donne de bon coeur. - Hij geeft het goedwillig. |
Par | Il l'apaise par la tendresse. - Hij kalmeert haar met tederheid. |
Avec | Il a fait ça avec plaisir. - Hij deed dat met plezier. |
Dans | Il a dit cela dans la colère. - Hij zei dat in een boze bui. |
En | Elle s'habilla en vitesse. - Ze kleedde zich snel aan. |
Er zijn hier in feite twee voorzetsels:
OPGELET: om de + infinitif te kunnen gebruiken, moet het onderwerp van de twee deelzinnen gelijk zijn. Indien je twee verschillende onderwerpen hebt, moet je que + het onderwerp gebruiken.
Hieronder staat een lijst met enkele voorbeelden van Franse werkwoorden met een voorzetsel.
Werkwoord | Vertaling |
---|---|
Avoir peur de quelque chose/quelqu'un | Bang zijn voor iets/iemand |
Accepter de faire quelque chose | Iets aanvaarden om te doen |
Commencer à faire quelque chose | Iets beginnen te doen |
Penser à quelqu'un/quelque chose | Denken aan iemand/iets |
Donner quelque chose à quelqu'un | Iets geven aan iemand |
Arrêter de faire quelque chose | Ophouden met |
Parler de quelqu'un/quelque chose | Praten over iemand/iets |
Participer à quelque chose | Meedoen aan iets |
Rire de quelqu'un/quelque chose | Lachen om iemand/iets |
S'occuper de quelqu'un/quelque chose | Zich bezighouden met iemand/iets |
Tenir compte de quelque chose/ quelqu'un | Rekening houden met iets/iemand |
1 Franse voorzetsels à/de/en/chez | Overzicht van welk voorzetsel wanneer wordt gebruikt. |