Overslaan en naar de inhoud gaan
Onze cursussen
Meld je gratis aan
Inloggen
Toggle navigation
Inloggen
Meld je gratis aan
Toggle navigation
Cursus Nederlands voor beginners en anderstaligen A1
In het Nederlands de weg vragen en wijzen
Vul de ontbrekende woorden in in de zinnen over de weg wijzen en vragen.
Toggle navigation
Cursus Nederlands voor beginners en anderstaligen A1
1
Het Nederlands Alfabet (letters en uitspraak)
Klinkers of medeklinkers?
Alfabetische volgorde
2
Nummers en leren tellen in het Nederlands
Hoofdtelwoorden in zinnen
Rangtelwoorden in zinnen
Welk telwoord wordt er bedoeld op de afbeelding
Hoofdtelwoorden en rangtelwoorden in zinnen
3
Hallo in het Nederlands
4
Basiswoorden en -zinnen in het Nederlands
5
Jezelf voorstellen in het Nederlands
Kennismakingsvragen beantwoorden
Kies het juiste antwoord op de kennismakingsvragen.
Beantwoord de kennismakingsvragen met behulp van de afbeeldingen.
Introductiegesprekje in duos
6
Klokkijken in het Nederlands
Voor of over?
Hoelaat is het?
Digitale klok
Kies de juiste digitale tijd.
7
De dagen van de week en de maanden van het jaar
Praten over de dagen en maanden
Welke datum of welk dagdeel is het?
8
De kleuren in het Nederlands
Welke kleur zie je op de afbeelding?
Plaats de kleur in de juiste zin.
Welke kleuren hebben de vlaggen?
9
In het Nederlands de weg vragen en wijzen
In welke windrichting ligt de stad/het land?
Vul de ontbrekende woorden in in de zinnen over de weg wijzen en vragen.
10
Het weer in het Nederlands
Beantwoord de vragen over het weer.
Weersomstandigheden: welk zelfstandig naamwoord hoort bij het werkwoord?
Welke weersomstandigheid zie je op de afbeelding?
Kies de juiste vraag over het weer bij het antwoord dat gegeven is.
11
Familieleden in het Nederlands
Kies het juiste familielid
Familieleden beschrijven
Welk familielid zie je op de afbeelding?
12
Namen van landen, steden en talen
Welk land zie je op de afbeelding?
Wat is de hoofdstad?
13
Eten en drinken in het Nederlands
Welk eten of drinken zie je op de afbeelding?
14
Lichaamsdelen in het Nederlands leren
Benoem de aangewezen lichaamsdelen
15
Dieren in het Nederlands
16
Eten bestellen in het Nederlands
17
Ik hou van jou in het Nederlands (emoties en gevoelens)
18
Verjaardagswensen in het Nederlands
Vul de ontbrekende woorden in in de zinnen over de weg wijzen en vragen.
Zet de ontbrekende woorden op de juiste plaats in de zin.
Inhoudstafel oefening.
Terug naar de les
In welke windrichting ligt de stad/het land?
Vul de ontbrekende woorden in in de zinnen over de weg wijzen en vragen.