Conjugaison du verbe 'worden' (devenir) en néerlandais
Inscrivez-vous gratuitement pour obtenir toutes les informations sur les cours particuliers et nos cours collectifs disponibles (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Enregistre-toi gratuitementInscrivez-vous gratuitement pour obtenir toutes les informations sur les cours particuliers et nos cours collectifs disponibles (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Enregistre-toi gratuitementVous trouverez ici toutes les conjugaisons du verbe 'worden'.
Prends des leçons en ligne avec un enseignant professionnel
Sujet | Présent simple | Imparfait | Passé composé | Plus-que-parfait |
---|---|---|---|---|
Ik | word | werd | ben geworden | was geworden |
Jij, u | wordt | werd | bent geworden | was geworden |
Hij, zij, het | wordt | werd | is geworden | was geworden |
Wij | worden | werden | zijn geworden | waren geworden |
Jullie | worden | werden | zijn geworden | waren geworden |
Zij | worden | werden | zijn geworden | waren geworden |
Sujet | Futur simple | Conditionnel présent | Futur antérieur | Conditionnel passé |
---|---|---|---|---|
Ik | zal worden | zou worden | zal zijn geworden | zou zijn geworden |
Jij, u | zult worden | zou worden | zult zijn geworden | zou zijn geworden |
Hij, zij, het | zal worden | zou worden | zal zijn geworden | zou zijn geworden |
Wij | zullen worden | zouden worden | zullen zijn geworden | zouden zijn geworden |
Jullie | zullen worden | zouden worden | zullen zijn geworden | zouden zijn geworden |
Zij | zullen worden | zouden worden | zullen zijn geworden | zouden zijn geworden |
Impératif | Sujet |
---|---|
- | Ik |
Word | Jij, u |
- | Hij, zij, het |
- | Wij |
Worden | Jullie |
- | Zij |
Présent | Passé |
---|---|
worden | werden |
Présent | Passé |
---|---|
wordend | geworden |