Franse modale hulpwerkwoorden
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inNaast de hulpwerkwoorden 'avoir' en 'être', bezit het Frans ook nog 7 modale hulpwerkwoorden (les semi-auxiliaires). Achter dit soort hulpwerkwoorden hoort een infinitief te staan, zo geven ze een nieuwe nuance aan een bepaalde actie. De zeven semi-auxiliaires zijn de volgende:
Voorbeelden:
Uitdrukking | Voorbeeld | |
---|---|---|
Aller | Nabije toekomst | Je vais aller la rencontrer. - Ik ga haar ontmoeten. |
Devoir | Verplichting of waarschijnlijkheid | Je dois partir. - Ik moet vertrekken. |
Faire | Handeling wordt gemaakt door iemand anders dan het onderwerp | J'ai fait venir un docteur. - Ik heb een dokter laten komen. |
Pouvoir | Mogelijkheid of onmogelijkheid | Je peux rentrer maintenant qu'il ne pleut plus. - Ik kan naar huis keren wanneer het niet meer regent. |
Savoir | Competentie, vaardigheid | Je sais cuisiner. - Ik kan koken. |
Venir | Recente verleden | Je viens de finir mes devoirs. - Ik heb zonet mijn huiswerk afgemaakt. |
Vouloir | Wil, wens | Je veux lire ce livre. - Ik wil dat boek lezen. |
Volg online taallessen met een professionele leraar
Met het modale hulpwerkwoord 'venir' wordt het recente verleden (le passé récent) gevormd. Het wordt gebruikt om iets uit te drukken dat pas gebeurd is. Het wordt gevormd door de onvoltooid tegenwoordige tijd van het modale hulpwerkwoord 'venir de' + infinitief. Deze vorm wordt vertaald als 'hebben zopas/zonet/zojuist + infinitief'.
Met het modale hulpwerkwoord 'aller' wordt dan weer de nabije toekomst (le futur proche) gevormd. Het drukt een handeling uit dat binnenkort zal plaatsvinden, het dient om een intentie uit te drukken. Het ligt dus minder ver in de toekomst dan de futur simple. De futur proche wordt vooral gebruikt in de spreektaal. Deze toekomende tijd wordt gevormd door de onvoltooid tegenwoordige tijd van het modale hulpwerkwoord 'aller' + infinitief.
1 Aller vervoegen (gaan) | Overzicht van al de vervoegingen van het modale hulpwerkwoord aller. |
2 Devoir vervoegen (moeten) | Overzicht van al de vervoegingen van het modale hulpwerkwoord devoir. |
3 Faire vervoegen (doen) | Overzicht van al de vervoegingen van het modale hulpwerkwoord faire. |
4 Pouvoir vervoegen (kunnen) | Overzicht van al de vervoegingen van het modale hulpwerkwoord pouvoir. |
5 Savoir vervoegen (weten) | Overzicht van al de vervoegingen van het modale hulpwerkwoord savoir. |
6 Venir vervoegen (komen) | Overzicht van al de vervoegingen van het modale hulpwerkwoord venir. |
7 Vouloir vervoegen (willen) | Overzicht van al de vervoegingen van het modale hulpwerkwoord vouloir. |