Franse werkwoorden
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis in
Volg online taallessen met een professionele leraar
Een infinitief (l'infinitif) is de standaardvorm van werkwoorden. Deze vorm is niet vervoegd naar persoon, getal of tijd. De infinitief wordt ook het 'hele werkwoord' genoemd. Dit is de vorm die je terugvindt in de woordenboeken.
Er bestaan 2 soorten infinitieven in het Frans, namelijk:
De Franse vervoeging van werkwoorden (la conjugaison) omvat alle vormen die een werkwoord kan aannemen ongeacht de tijd, wijze, persoon of getal. Een werkwoord drukt een handeling of een staat uit. Helaas kennen de Franse werkwoorden verschillende regels, deze zal je uit het hoofd moeten leren. Door de vervoeging kan ook het moment achterhaald worden waarop de actie plaatsvond, namelijk in het verleden, heden of de toekomst. Daarnaast geeft het vervoegde werkwoord ook informatie over het onderwerp (vrouwelijk, mannelijk, individu of groep) dankzij de uitgang van het werkwoord.
Het indicatief, de gebiedende wijs, voorwaardelijke wijs en aanvoegende wijs hebben telkens nog verschillende werkwoordstijden om in vervoegd te worden.
Een hulpwerkwoord (un auxiliaire) is een werkwoord dat een betekenis specificeert van de werking van het ander (hoofd)werkwoord. Het hulpwerkwoord komt dus niet zelfstandig voor. De onregelmatige werkwoorden avoir (hebben) en être (zijn) hebben een belangrijke functie in het Frans. Naast zelfstandig gebruik, worden ze ook ingezet als hulpwerkwoord om werkwoorden in de samengestelde tijd (le temps composé) samen te stellen. In de samengestelde tijden wordt het hulpwerkwoord gevolgd door een voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord.
Naast de hulpwerkwoorden 'avoir' en 'être', bezit het Frans ook nog 7 modale hulpwerkwoorden (les semi-auxiliaires). Achter dit soort hulpwerkwoorden hoort een infinitief te staan, zo geven ze een nieuwe nuance aan een bepaalde actie. De zeven semi-auxiliaires zijn de volgende:
Maar liefst 90% van de werkwoorden in het Frans zijn regelmatig (les verbes réguliers). Het is dus van groot belang dat je de vervoeging ervan goed leert. De regelmatige werkwoorden bestaan uit twee groepen:
Dit onderwerp zal meer uitleg geven over hoe je deze types werkwoorden moet vervoegen. Omdat ze regelmatig zijn, volgen ze telkens dezelfde manier van vervoeging.
De 3e werkwoordgroep bevat alle werkwoorden die niet thuishoren in de 1e of 2e werkwoordgroep. Hier kan je de werkwoorden vinden die eindigen met -re, -oir en daarnaast nog enkele -ir werkwoorden en natuurlijk het werkwoord 'aller'. De vervoeging van deze groep is helemaal niet regelmatig, het is dus belangrijk deze te leren.
Wederkerende werkwoorden (les verbes pronominaux) zijn werkwoorden die een wederkerend voornaamwoord gebruiken. Het wederkerend voornaamwoord is altijd dezelfde persoon als het onderwerp. Deze werkwoorden kunnen in het Frans worden herkend in de infinitiefvorm vanwege de 'se' wat wordt vertaald als 'zich' in het Nederlands.
De passieve vorm (le passif) is een transformatie van de actieve zin waarin het onderwerp van de actieve zin aanvullend wordt. Het lijdend voorwerp van de actieve zin wordt het onderwerp in de passieve zin. In de actieve zin doet het onderwerp de handeling en het lijdend voorwerp (le COD) ondergaat het. In de passieve zinnen ondergaat het onderwerp de handeling en het handelend voorwerp van de zin (le complément d'agent), dat eventueel ook kan weggelaten worden, doet de handeling. In het Nederlands wordt het bijkomende deel vertaald met "door ...".
Voorbeelden:
In het Frans onderscheiden we net zoals in het Nederlands, de directe rede (le discours direct) en de indirecte rede (le discours indirect). De indirecte rede wordt gebruikt om over te brengen wat iemand anders heeft gezegd of dacht. De transformatie van een directe naar een indirecte rede vereist enkele grammaticale veranderingen. In de directe rede citeert men de woorden van iemand zoals ze uitgesproken zijn. Men zet die woorden dus tussen aanhalingstekens. In de indirecte reden haalt men de woorden van iemand onrechtstreeks aan, na een inleidend werkwoord.
Voorbeelden:
1 Infinitief in het Frans | Een overzicht van de infinitief in het Frans met voorbeelden. |
2 Hulpwerkwoorden être en avoir in het Frans | Uitleg over de Franse hulpwerkwoorden être en avoir. |
3 Franse modale hulpwerkwoorden | Overzicht van de zeven modale hulpwerkwoorden in het Frans. |
4 Regelmatige werkwoorden in het Frans | Overzicht van de Franse regelmatige werkwoorden. |
5 Onregelmatige werkwoorden in het Frans | Uitleg over de Franse werkwoorden van de derde werkwoordgroep |
6 Wederkerende werkwoorden in het Frans | Overzicht van de Franse wederkerende werkwoorden. |
7 Passief in het Frans (le passif) | Uitleg over de Franse passieve vorm. |
8 Indirecte rede in het Frans (le discours indirect) | Uitleg over de directe en indirecte rede in het Frans. |