Wederkerende werkwoorden in het Frans
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inWederkerende werkwoorden (les verbes pronominaux) zijn werkwoorden die een wederkerend voornaamwoord gebruiken. Het wederkerend voornaamwoord is altijd dezelfde persoon als het onderwerp. Deze werkwoorden kunnen in het Frans worden herkend in de infinitiefvorm vanwege de 'se' wat wordt vertaald als 'zich' in het Nederlands.
Volg online taallessen met een professionele leraar
Wederkerende werkwoorden gebruiken altijd een bijhorend voornaamwoord dat verwijst naar het onderwerp. Dit heet het wederkerend voornaamwoord. De wederkerende voornaamwoorden zijn: 'me', 'te', 'se', 'nous', 'vous' en 'se'. Wanneer het werkwoord begint met een klinker, valt de 'e' bij 'me', 'te' en 'se' weg en wordt hij vervangen door een afkappingsteken. Het wederkerend voornaamwoord staat tussen het onderwerp en het werkwoord.
Indicatif présent | Passé composé | Imparfait | Plus-que-parfait | Futur simple | |
---|---|---|---|---|---|
Je | me lave | me suis lavé(e) | me lavais | m'étais lavé(e) | me laverai |
Tu | te laves | t'es lavé(e) | te lavais | t'étais lavé(e) | te laveras |
Il/Elle | se lave | s'est lavé(e) | se lavait | s'était lavé(e) | se lavera |
Nous | nous lavons | nous sommes lavé(e)s | nous lavions | nous étions lavé(e)s | nous laverons |
Vous | vous lavez | vous êtes lavé(e)s | vous laviez | vous étiez lavé(e)s | vous laverez |
Ils/Elles | se lavent | se sont lavé(e)s | se lavaient | s'étaient lavé(e)s | se laveront |
S'exclamer - Uitschreeuwen
Indicatif présent | Passé composé | Imparfait | Plus-que-parfait | Futur simple | |
---|---|---|---|---|---|
Je | m'exclame | me suis exclamé(e) | m'exclamais | m'étais exclamé(e) | m'exclamerai |
Tu | t'exclames | t'es exclamé(e) | t'exclamais | t'étais exclamé(e) | t'exclameras |
Il/Elle | s'exclame | s'est exclamé(e) | s'exclamait | s'était exclamé(e) | s'exclamera |
Nous | nous exclamons | nous sommes exclamé(e)s | nous exclamions | nous étions exclamé(e)s | nous exclamerons |
Vous | vous exclamez | vous êtes exclamé(e)s | vous exclamiez | vous étiez exclamé(e)s | vous exclamerez |
Ils/Elles | s'exclament | se sont exclamé(e)s | s'exclamaient | s'étaient exclamé(e)s | s'exclameront |
Sommige werkwoorden zijn wederkerend in het Frans maar niet in het Nederlands!
In een negatieve zin wordt 'ne' voor het wederkerend voornaamwoord geplaatst en 'pas' achter het werkwoord.
Wederkerend voornaamwoord in een vraag met inversie neemt volgende structuur aan: (ne) + wederkerend voornaamwoord + werkwoord + onderwerp + (pas).
Sommige Franse werkwoorden hebben zowel een wederkerende als een niet-wederkerende vorm. Beiden vormen hebben een andere betekenis.
Niet-wederkerend | Wederkerend |
---|---|
Appeler - Roepen | S'appeler - Heten |
Baigner - Iemand in bad doen | Se baigner - Een bad nemen |
Lever - Opheffen | Se lever - Opstaan |
Coucher - Neerleggen | Se coucher - Gaan slapen |
Éteindre - Uitzetten | S'éteindre - Sterven |
Rappeler - Terugbellen | Se rappeler - Zich herinneren |
Tromper - Bedriegen | Se tromper - Zich vergissen |
Tuer - Vermoorden | Se tuer - Zelfmoord plegen |
Réveiller - Iemand wakker maken | Se réveiller - Wakker worden |
Wanneer men in het Frans iets doet met het lichaam, drukt men dat uit met een wederkerend werkwoord. Nederlands gebruikt hiervoor een bezittelijk voornaamwoord.