Franse werkwoorden eindigend op -ER
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe regelmatige werkwoorden die eindigen in '-er' maken allemaal, behalve 'aller', deel uit van de 1e werkwoordgroep. Deze groep werkwoorden is heel talrijk, er bestaan meer dan 10.000 werkwoorden eindigend in '-er'! De vervoeging van alle werkwoorden in deze groep is in principe dezelfde maar er zijn enkele uitzonderingen op met een kleine wijziging in de vervoeging.
Volg online taallessen met een professionele leraar
Als algemene regel geldt dat je de '-er' weghaalt van het werkwoord en volgende uitgangen eraan toevoegt:
Indicatif présent | Indicatif passé composé | Indicatif imparfait | Indicatif plus-que-parfait |
---|---|---|---|
J'aime | J'ai aimé | J'aimais | J'avais aimé |
Tu aimes | Tu as aimé | Tu aimais | Tu avais aimé |
Il aime | Il a aimé | Il aimait | Il avait aimé |
Nous aimons | Nous avons aimé | Nous aimions | Nous avions aimé |
Vous aimez | Vous avez aimé | Vous aimiez | Vous aviez aimé |
Ils aiment | Ils ont aimé | Ils aimaient | Ils avaient aimé |
Passé simple | Passé antérieur | Futur simple | Futur antérieur |
---|---|---|---|
J'aimai | J'eus aimé | J'aimerai | J'aurai aimé |
Tu aimas | Tu eus aimé | Tu aimeras | Tu auras aimé |
Il aima | Il eut aimé | Il aimera | Il aura aimé |
Nous aimâmes | Nous eûmes aimé | Nous aimerons | Nous aurons aimé |
Vous aimâtes | Vous eûtes aimé | Vous aimerez | Vous aurez aimé |
Ils aimèrent | Ils eurent aimé | Ils aimeront | Ils auront aimé |
Sommige werkwoorden gebruiken echter 'être' in de plaats van 'avoir' als hulpwerkwoord, zoals wederkerende werkwoorden.
Ga voor meer details naar de afzonderlijke lessen van elke werkwoordtijd.
In het geval van regelmatige werkwoorden die eindigen in '-cer', wordt de 'c' vervangen door 'ç' voor de klinkers 'a' en 'o'. De 'ç' wordt dus in enkele tijden toegepast, namelijk de 'nous'-vorm in de indicatif présent, de imparfait, de passé simple, de subjonctif imparfait en het tegenwoordig deelwoord.
Tijd | Voorbeeld |
---|---|
1e meervoud indicatif présent | Nous commençons |
Imparfait | Tu commençais |
Passé simple | Tu commença |
Subjonctif imparfait | Que tu commençasses |
Participe présent | Commençant |
Bij werkwoorden die eindigen in '-ger' wordt een 'e' toegevoegd voor de klinkers 'a' en 'o' voor de uitspraak. Dit wordt toegepast bij de 'nous'-vorm in de indicatif présent, de imparfait (buiten de 1e en 2e meervoud), de passé simple, de subjonctif imparfait en het tegenwoordig deelwoord.
Tijd | Voorbeeld |
---|---|
1e meervoud indicatif présent | Nous mangeons |
Imparfait | Ils mangeaient |
Passé simple | Il mangea |
Subjonctif imparfait | Je mangeasse |
Participe présent | Mangeant |
Regelmatige werkwoorden die eindigen in '-eler' of '-eter' verdubbelen de medeklinker 'l' of 't' voor een doffe 'e'. Dit wordt toegepast bij de indicatif présent enkelvoud, de futur simple en de conditionnel présent. Ook de subjonctif présent maakt gebruik van deze uitzondering, maar niet bij de 'nous'- en 'vous'-vorm.
Tijd | Jeter - Werpen | Appeler - Noemen |
---|---|---|
Indicatif présent enkelvoud | Je jette | J'appelle |
Futur simple | Tu jetteras | Tu appelleras |
Conditionnel présent | Nous jetterions | Nous appellerions |
Subjonctif présent | Qu'ils jettent | Qu'ils appellent |
Bij regelmatige werkwoorden die eindigen in '-é..er' of -'e..er' veranderen de 'é' en 'e' in een 'è' voor een doffe lettergreep. Dit wordt gebruikt bij de indicatif présent (buiten de 'nous'- en 'vous'-vorm), de futur simple, de conditionnel présent en de subjonctif présent (buiten 'nous'- en 'vous'-vorm).
Tijd | Préférer - Verkiezen | Acheter - Kopen |
---|---|---|
Indicatif présent | Il préfère | Il achète |
Futur simple | Il préfèra | Il achètera |
Conditionnel présent | Il préfèrerait | Il achèterait |
Subjonctif présent | Qu'il préfère | Qu'il achète |
Bij regelmatige werkwoorden die eindigen in '-yer' wordt de 'y' vervangen door een 'i' voor een doffe lettergreep. Deze uitzondering wordt toegepast in de indicatif présent (buiten de 'nous'- en 'vous'-vorm), de futur simple en de conditionnel présent.
Tijd | Nettoyer - Kuisen | Ennuyer - Lastigvallen |
---|---|---|
Indicatif présent | Je nettoie | J'ennuie |
Futur simple | Je nettoierai | J'ennuierai |
Conditionnel présent | Nous nettoierions | Nous ennuierions |
Bij werkwoorden eindigend in '-ayer' zoals 'payer' kan je kiezen of je de 'y' vervangt door een 'i' of ze laat staan.
Voorbeeld: Il paye / Il paie - Hij betaalt
1 Acheter vervoegen (kopen) | Overzicht van de vervoegingen van acheter in alle tijden. |
2 Aimer vervoegen (houden van) | Overzicht van de vervoegingen van aimer in alle tijden. |
3 Appeler vervoegen (roepen/noemen/bellen) | Overzicht van de vervoegingen van appeler in alle tijden. |
4 Arriver vervoegen (aankomen) | Overzicht van de vervoegingen van arriver in alle tijden. |
5 Chercher vervoegen (zoeken) | Overzicht van de vervoegingen van chercher in alle tijden. |
6 Commencer vervoegen (beginnen) | Overzicht van de vervoegingen van commencer in alle tijden. |
7 Essayer vervoegen (proberen) | Overzicht van de vervoegingen van essayer in alle tijden. |
8 Gagner vervoegen (winnen/verdienen) | Overzicht van de vervoegingen van gagner in alle tijden. |
9 Jeter vervoegen (gooien/werpen) | Overzicht van de vervoegingen van jeter in alle tijden. |
10 Jouer vervoegen (spelen) | Overzicht van de vervoegingen van jouer in alle tijden. |
11 Nettoyer vervoegen (schoonmaken) | Overzicht van de vervoegingen van nettoyer in alle tijden. |
12 Parler vervoegen (spreken/praten) | Overzicht van de vervoegingen van parler in alle tijden. |
13 Payer vervoegen (betalen) | Overzicht van de vervoegingen van payer in alle tijden. |
14 Regarder vervoegen (kijken) | Overzicht van de vervoegingen van regarder in alle tijden. |
15 Rencontrer vervoegen (ontmoeten) | Overzicht van de vervoegingen van rencontrer in alle tijden. |
16 Se lever vervoegen (opstaan) | Overzicht van de vervoegingen van se lever in alle tijden. |
17 Travailler vervoegen (werken) | Overzicht van de vervoegingen van travailler in alle tijden. |
18 Trouver vervoegen (vinden) | Overzicht van de vervoegingen van trouver in alle tijden. |