Modale werkwoorden in het Duits
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inEen modaal werkwoord wordt ook wel een modaal hulpwerkwoord genoemd. Het geeft namelijk een toevoeging aan het werkwoord zelf. Zoals zullen (een waarschijnlijkheid), moeten (noodzakelijkheid), kunnen (een kans), willen (een wens of behoefte) en hoeven (geen noodzakelijkheid).
modaal werkwoord | vertaling |
---|---|
können | kunnen |
müssen | moeten (suggestief) |
dürfen | mogen |
sollen | moeten (dwingend) |
wollen | willen |
mögen | leuk vinden, lusten |
Volg online taallessen met een professionele leraar
De vervoeging van de modale werkwoorden is onregelmatig in de tegenwoordige tijd enkelvoud. De meervoudsvorm is regelmatig, let op het gebruik van trema's.
können | müssen | dürfen | sollen | wollen | mögen | |
---|---|---|---|---|---|---|
ich | kann | muss | darf | soll | will | mag |
du | kannst | musst | darfst | sollst | willst | magst |
er/ sie/ es | kann | muss | darf | soll | will | mag |
wir | können | müssen | dürfen | sollen | wollen | mögen |
ihr | könnt | müsst | dürft | sollt | wollt | mögt |
sie/ Sie | können | müssen | dürfen | sollen | wollen | mögen |
In de verleden tijd wordt er geen gebruik gemaakt van de trema's. De onregelmatigheid bij de enkelvoudige persoonlijke voornaamwoorden blijft hetzelfde.
können | müssen | dürfen | sollen | wollen | mögen | |
---|---|---|---|---|---|---|
ich | konnte | musste | durfte | sollte | wollte | mochte |
du | konntest | musstest | durftest | solltest | wolltest | mochtest |
er/ sie/ es | konnte | musste | durfte | sollte | wollte | mochte |
wir | konnten | mussten | durften | sollten | wollten | mochten |
ihr | konntet | musstet | durftet | solltet | wolltet | mochtet |
sie/ Sie | konnten | mussten | durften | sollten | wollten | mochten |
Maak de oefeningen over de modale werkwoorden en kijk of je alles beheerst.
1 Vervoegen van het werkwoord können | Leer alles over het gebruik van het modale werkwoord können. |
2 Vervoegen van het werkwoord müssen | Leer alles over het gebruik van het modale werkwoord müssen. |
3 Vervoegen van het werkwoord dürfen | Leer alles over het gebruik van het modale werkwoord dürfen. |
4 Vervoegen van het werkwoord sollen | Leer alles over het gebruik van het modale werkwoord sollen. |
5 Vervoegen van het werkwoord wollen | Leer alles over het gebruik van het modale werkwoord wollen. |
6 Vervoegen van het werkwoord mögen | Leer alles over het gebruik van het modale werkwoord mögen. |