Nederlandse verkleinwoorden
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inNaast de meervoudsvorm, wordt er in het Nederlands ook veel gebruik gemaakt van verkleinwoorden. Deze verkleinwoorden worden niet alleen voor kleine dingen gebruikt, maar voor nog meer, zoals bijvoorbeeld een bepaalde houding. Om een zelfstandig naamwoord te verkleinen wordt er '-je', '-tje', '-etje', '-pje' toegevoegd.
Situatie | Voorbeeld |
---|---|
Verwijzen naar iets kleins. | Het bloemetje is aan het groeien. |
Verwijzen naar een bepaalde houding. | In het zonnetje aan het genieten op het terras. |
Volg online taallessen met een professionele leraar
Er zijn regels om te bepalen welk achtervoegsel een Nederlands zelfstandig naamwoord krijgt, wanneer het verkleind wordt. De meeste zelfstandige naamwoorden krijgen niet alleen '-je' om het te verkleinen, maar krijgen nog extra letters.
Zelfstandig naamwoord | Verkleinwoord | Voorbeeld |
---|---|---|
Het huis | Het huisje | Het huisje staat langs de weg. |
De kaars | Het kaarsje | Het kaarsje is bijna uit. |
Het achtervoegsel '-tje' wordt toegevoegd aan de zelfstandige naamwoorden die eindigen op:
Zelfstandig naamwoord | Verkleinwoord | Voorbeeld |
---|---|---|
Het ei | Het eitje | Het eitje wordt gekookt. |
De auto | Het autootje | Het autootje rijdt hard. |
De deken | Het dekentje | Het dekentje is warm. |
Het been | Het beentje | Het beentje is gebroken. |
Het achtervoegsel '-etje' wordt toegevoegd aan zelfstandige naamwoorden die eindigen op:
Een korte klank dat wordt gevolgd door één '-r', '-l', '-n', '-m', '-ng'. Behalve zelfstandige naamwoorden die eindigen op:
Zelfstandig naamwoord | Verkleinwoord | Voorbeeld |
---|---|---|
Het gezin | Het gezinnetje | Het gezinnetje gaat op vakantie. |
Het ding | Het dingetje | Het dingetje is kwijt. |
Let op! 'Het gezinnetje' krijgt een dubbele 'n' om de klank kort te houden.
Het achtervoegsel '-pje' wordt altijd toegevoegd aan zelfstandige naamwoorden die eindigen op:
Zelfstandig naamwoord | Verkleinwoord | Voorbeeld |
---|---|---|
De arm | Het armpje | Het armpje is kort. |
Het museum | Het museumpje | Het museumpje is niet groot. |
Het achtervoegsel '-kje' wordt toegevoegd aan zelfstandige naamwoorden die eindigen op '-ng'. De medeklinker 'g' verdwijnt bij het maken van verkleinwoorden van zelfstandige naamwoorden eindigend op '-ng'.
Zelfstandig naamwoord | Verkleinwoord | Voorbeeld |
---|---|---|
De koning | Het koninkje | Het koninkje gaat naar Zweden. |
De ketting | Het kettinkje | Het kettinkje is mooi. |
In het Nederlands zijn er ook uitzonderingen op de regels, die hierboven zijn beschreven. De tabel hieronder toont een aantal onregelmatige verkleinwoorden.
Zelfstandig naamwoord | Verkleinwoord | Voorbeeld |
---|---|---|
Het schip | Het scheepje | Het scheepje vaart. |
Het pad | Het paadje | Het paadje eindigt hier. |
Het vat | Het vaatje | Het vaatje is gevuld. |
De jongen | Het jongetje | Het jongetje zwemt. |
Het gat | Het gaatje | Het gaatje is niet groot. |
Het glas | Het glaasje | Het glaasje is vol. |
Het blad | Het blaadje | Het blaadje viel van de boom. |
De meervoudsvorm van een verkleinwoord wordt gevormd door het toevoegen van een '-s'.
Verkleinwoord + s
Verkleinwoord | Meervoud | Voorbeeld |
---|---|---|
Het huisje | De huisjes | De huisjes zijn ver weg. |
Het dekentje | De dekentjes | De dekentjes zijn warm. |
Het gezinnetje | De gezinnetjes | De gezinnetjes kennen elkaar al lang. |
Het museumpje | De museumpjes | De museumpjes zijn oud. |
Het kettinkje | De kettinkjes | De kettinkjes zijn mooi. |
Het glaasje | De glaasjes | De glaasjes zijn kapot. |
Let op! Voor een verkleinwoord is het lidwoord altijd 'het', maar het meervoud van verkleinwoorden krijgt 'de'.
Doe de oefeningen om te kijken of je het hebt begrepen!