Nederlandse zwakke werkwoorden
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe regelmatige werkwoorden, ook wel 'zwakke werkwoorden', zijn werkwoorden die geen verandering in klinker hebben wanneer ze in een andere tijd worden geschreven.
Volg online taallessen met een professionele leraar
Om een zwak werkwoord te kunnen vervoegen is de stam van het werkwoord nodig. De regelmatige werkwoorden eindigen altijd op '-en' in het Nederlands. De stam kan gevonden worden door '-en' weg te laten.
stam = infinitief zonder '-en'
Er zijn extra regels die belangrijk zijn bij het vinden van de stam:
Het werkwoord lopen: de ik-vorm wordt 'ik loop' in plaats van 'ik lop'.
Het werkwoorden pakken: de ik-vorm wordt 'ik pak' in plaats van 'ik pakk'.
Het werkwoord leven: de ik-vorm wordt 'ik leef' in plaats van 'ik lev'.
Dit is ook een voorbeeld van een stam met een lange klank, eindigend op een '-v'.
Het werkwoord ruziën: de ik-vorm wordt 'ik ruzie' in plaats van 'ik ruzi'.
De tabel hieronder laat de meest gebruikte zwakke werkwoorden zien met de vervoegingen in de verschillende tijden.
Werkwoord | Onvoltooid tegenwoordige tijd (ik-vorm) | Onvoltooid verleden tijd | Voltooid tegenwoordige tijd (ik-vorm) | Voltooid verleden tijd (ik-vorm) |
---|---|---|---|---|
antwoorden | ik antwoord | antwoordde(n) | ik heb geantwoord | ik had geantwoord |
bedanken | ik bedank | bedankte(n) | ik heb bedankt | ik had bedankt |
horen | ik hoor | hoorde(n) | ik heb gehoord | ik had gehoord |
oefenen | ik oefen | oefende(n) | ik heb geoefend | ik had geoefend |
luisteren | ik luister | luisterde(n) | ik heb geluisterd | ik had geluisterd |
pakken | ik pak | pakte(n) | ik heb gepakt | ik had gepakt |
reizen | ik reis | reisde(n) | ik heb gereisd | ik had gereisd |
sturen | ik stuur | stuurde(n) | ik heb gestuurd | ik had gestuurd |
vertellen | ik vertel | vertelde(n) | ik heb verteld | ik had verteld |
zwaaien | ik zwaai | zwaaide(n) | ik heb gezwaaid | ik had gezwaaid |
Voor de uitleg van de verschillende tijden kun je de volgende pagina's van de cursus over werkwoorden bekijken onvoltooid tegenwoordige tijd, voltooid tegenwoordige tijd, onvoltooid verleden tijd, voltooid verleden tijd
Doe de oefeningen hieronder om te kijken of je de uitleg begrepen hebt!
1 Antwoorden vervoegen | Leer alle vervoegingen van antwoorden. |
2 Openen vervoegen | Leer de vervoegingen van het Nederlandse werkwoord openen. |
3 Vertellen vervoegen | Leer hier de vervoegingen van het werkwoord vertellen. |
4 Wachten vervoegen | Leer alle vervoegingen van wachten. |