Wachten vervoegen

Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)

Schrijf je gratis in

Hier vind je alle vervoegingen van het werkwoord wachten.

Lesoverzicht

1.Vervoeging van wachten in het Nederlands
1.1.Tegenwoordige en verleden tijd
1.2.Toekomende tijd
1.3.Gebiedende wijs
1.4.Infinitief
1.5.Deelwoorden

Vervoeging van wachten in het Nederlands

Heb je een vraag?

Volg online taallessen met een professionele leraar

Native en geverifieerde leraren
Gratis proefles
Inclusief lesmateriaal

Johannes D.

Daria O.

Nienke L.

Ana M.

Charonie S.

Monique M.

Geert J.

Corentin D.

Bilal A.

Marjolein V.

Schrijf je gratis in

Tegenwoordige en verleden tijd

Onderwerp	Onvoltooid tegenwoordige tijd	Onvoltooid verleden tijd	Voltooid tegenwoordige tijd	Voltooid verleden tijd
Ik	wacht	wachtte	heb gewacht	had gewacht
Jij, u	wacht	wachtte	hebt gewacht	had gewacht
Hij, zij, het	wacht	wachtte	heeft gewacht	had gewacht
Wij	wachten	wachtten	hebben gewacht	hadden gewacht
Jullie	wachten	wachtten	hebben gewacht	hadden gewacht
Zij	wachten	wachtten	hebben gewacht	hadden gewacht

Toekomende tijd

Onderwerp	Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd	Onvoltooid verleden toekomende tijd	Voltooid tegenwoordige toekomende tijd	Voltooid verleden toekomende tijd
Ik	zal wachten	zou wachten	zal hebben gewacht	zou hebben gewacht
Jij, u	zult wachten	zou wachten	zult hebben gewacht	zou hebben gewacht
Hij, zij, het	zal wachten	zou wachten	zal hebben gewacht	zou hebben gewacht
Wij	zullen wachten	zouden wachten	zullen hebben gewacht	zouden hebben gewacht
Jullie	zullen wachten	zouden wachten	zullen hebben gewacht	zouden hebben gewacht
Zij	zullen wachten	zouden wachten	zullen hebben gewacht	zouden hebben gewacht

Gebiedende wijs

Gebiedende wijs	Onderwerp
-	Ik
Wacht	Jij, u
-	Hij, zij, het
-	Wij
Wachten	Jullie
-	Zij

Infinitief

Tegenwoordige tijd	Verleden tijd
wachten	wachtten

Deelwoorden

Onvoltooid deelwoord	Voltooid deelwoord
wachtend	gewacht