Infinitief in het Frans
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inEen infinitief (l'infinitif) is de standaardvorm van werkwoorden. Deze vorm is niet vervoegd naar persoon, getal of tijd. De infinitief wordt ook het 'hele werkwoord' genoemd. Dit is de vorm die je terugvindt in de woordenboeken.
Volg online taallessen met een professionele leraar
In het Frans worden de werkwoorden opgedeeld in 3 groepen gebaseerd op hun infinitief. Elke groep volgt een ander type vervoeging. De eerste twee groepen zijn regelmatige werkwoordsvormen (les verbes réguliers). Dit wil zeggen dat ze binnen hun groep allemaal dezelfde vervoeging volgen. De derde groep zijn onregelmatige werkwoorden (les verbes irréguliers), waarbinnen verschillende werkwoorden een andere vervoeging hebben.
Groep 1 | Groep 2 | Groep 3 |
---|---|---|
Regelmatige werkwoorden eindigend op -ER | Regelmatige werkwoorden eindigend op -IR | Onregelmatige werkwoorden eindigend op -OIR, -IR of -RE |
|
|
|
Er bestaan 2 soorten infinitieven in het Frans, namelijk:
L'infinitif présent is de standaardvorm van het werkwoord, zonder vervoegingen. Het gebruik hiervan is zeer uitgebreid en gevarieërd. Deze vorm wordt gebruikt om een handeling te beschrijven die nog gaande is of een toekomstige handeling.
Deze vorm van de infinitief (l'infinitif passé) is een samengestelde vorm. Het bestaat uit het hulpwerkwoord 'être' of 'avoir' en het voltooid deelwoord (le participe passé) van het hoofdwerkwoord. Deze vorm wordt gebruikt om de handeling aan te geven die het eerst plaatsvond in een zin met twee handelingen uit het verleden.
Infinitif présent | Infinitif passé |
---|---|
Parler - Praten | Avoir parlé - Gepraat hebben |
Manger - Eten | Avoir mangé - Gegeten hebben |
Partir - Vertrekken | Être parti(e)(s) - Vertrokken zijn |
Dire - Zeggen | Avoir dit - Gezegd hebben |
Het voltooid deelwoord in combinatie met het hulpwerkwoord 'être' moet overeenstemmen met het onderwerp. Dit wordt in het Frans "l'accord du participe passé" genoemd.