Franse zinsbouw en zinsvolgorde
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inEen zin begint met een hoofdletter en eindigt met een leesteken. In het Frans zijn verbale zinnen (les phrases verbales) de meest voorkomende soorten zinnen. Die zinnen bevatten een vervoegd werkwoord:
Sommige zinnen bevatten geen vervoegd werkwoord, dan benadrukken ze meestal een substantief of nominale groep (le groupe nominal), een adjectief (la phrase adjectivale) of een bijwoord (la phrase adverbiale).
Bouleversement de toute ma personne.- (vrij vertaald: Verstoring van mijn hele persoonlijkheid). (Marcel Proust, Sodome et Gomorrhe, 1921)
Zinnen analyseren we op basis van hun structuur (enkelvoudige, samengestelde of complexe zinnen), hun type (medelende, vragende, uitroepende of bevelende zinnen), hun betekenis (bevestigende of ontkennende zinnen) en hun vorm (actief of passieve zinnen).
Een zin bestaat uit een reeks woorden, die in een logische volgorde betekenis krijgen. Een zin kan enkelvoudig, samengesteld of complex zijn. In deze les analyseren we de zinsopbouw in het Frans.
Volg online taallessen met een professionele leraar
De enkelvoudige zin (la phrase simple) is een onafhankelijke zin, hij staat dus nie in relatie tot een andere zin. Deze zinnen kunnen we nogmaals onderverdelen in verbale zinnen (la phrase verbale) en nominale zinnen (la phrase nominale).
Verbale zinnen (les phrases verbales) bestaan uit een onderwerp, een persoonsvorm, een vervoegd werkwoord en vaak een voorwerp.
Onderwerp | Werkwoord | Voorwerp | Vertaling |
---|---|---|---|
Nous | allons | à la plage | (We gaan naar het strand) |
Alina et moi | sommes | de grands amateurs | (Alina ik zijn grote amateurs) |
Tom et Nana | sont | des personnages de dessin animés | (Tom en Nana zijn personages uit stripfiguren) |
De nominale zinnen (les phrases nominales) bevatten geen vervoegd werkwoord.
Om complexe of samengestelde zinnen te maken, hebben we voegwoorden nodig. Een voegwoord (une conjonction) voegt meestal zinnen (of zinsdelen) samen. Net zoals in het Nederlands kent het Frans twee soorten voegwoorden: nevenschikkende voegwoorden (les conjonctions de coordination) en onderschikkende voegwoorden (les conjonctions de subordination). Vaak staat er een komma voor een voegwoord, maar dit is zeker niet altijd het geval.
La conjonction de coordination | La conjonction de subordination |
---|---|
Het nevenschikkend voegwoord: voegt twee elementen samen op hetzelfde niveau. | Het onderschikkende voegwoord: leidt een bijzin in, waarbij de bijzin op een ander niveau staat dan de hoofdzin. |
Bijvoorbeeld:
| Bijvoorbeeld:
|
De complexe zinnen (les phrases complexes) bestaan uit meerdere vervoegde werkwoorden. Ze bestaan uit een hoofdzin en één of meerdere bijzinnen. Het wordt ook wel 'onderschikking' genoemd (la subordination), want de bijzinnen zijn ondergeschikt aan de hoofdzin. De zinnen hebben een verschillend niveau.
Proposition principale (hoofdzin) | Proposition subordonnée (bijzin) | Vertaling |
---|---|---|
Je ne sais pas | quand elle est arrivée | (Ik weet niet wanneer ze is aangekomen) |
Je suis rentrée | ainsi que mes amies | (Ik keerde terug naar huis en mijn vrienden deden dat ook.) |
Il partira de la France | lorsqu'il aura son permis | (Hij zal Frankrijk verlaten als hij zijn rijbewijs heeft.) |
Samengestelde zinnen (les phrases composées) zijn ook complexe zinnen, maar de twee zinnen behoren tot hetzelfde niveau. We spreken hier van 'nevenschikking'. Vaak zijn de twee zinnen gescheiden door een komme, of het voegwoord en, of, maar, want (et, ou, mais, car).
De Franse zinnen kunnen we opdelen in verschillende vormen van zinnen:
Vorm | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Forme négative | Je ne pourrais pas te donner ce que tu demandes | (Ik zal je niet kunnen geven wat je wilt) |
Forme affirmative | Tes amies viennent te voir ce soir | (Je vrienden komen je vanavond bezoeken). |
Zoals het woord al verklapt, wil de empathische vorm empathie oproepen of iets specifiek beklemtonen, terwijl de neutrale vorm dat niet doet.
Vorm | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Forme emphatique | De l'argent, ce n'est pas ce qui manque La vue, elle est belle | (Geld, dat ontbreekt er niet) (Het uitzicht, hoe fantastisch!) |
Forme neutre | L'argent n'est pas ce qui manque La vue est belle | (Er is geen tekort aan geld) (Het uitizcht is mooi) |
Voor meer info over het passief of de onpersoonlijke vorm ga je best naar de les over het desbetreffende onderwerp.
We onderscheiden vier types zinnen in het Frans: de mededelende zin (la phrase déclarative), de bevelende zin (la phrase impérative), de uitroepende zin (la phrase exclamative) en de vragende zin (la phrase interrogative)
Type | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Déclarative | Je ne veux pas aller à la plage. | (Ik wil niet naar het strand gaan.) |
Impérative | Restez où vous êtes ! | (Blijf waar u bent!) |
Exclamative | Quelle belle surprise ! | (Wat een aangename verrassing!) |
Interrogative | Quelle heure il est ? | (Hoe laat is het?) |
1 Zinsontleding (zinnen maken) in het Frans | Overzicht van de zinsontleding in het Frans |
2 De zinsvolgorde in het Frans (zinsopbouw) | Een duidelijk overzicht over de volgorde van een Franse zin |
3 Vraagzinnen in het Frans (en vraagwoorden) | Uitleg over de zinsbouw van Franse vraagzinnen. |
4 De voegwoorden (les conjonctions) in het Frans | Overzicht van de voegwoorden (les conjonctions) in het Frans |
5 Ontkenning in het Frans (ne...pas) | Een duidelijke uitleg over Franse ontkenningen: ne...pas. |
6 Hypothese ('si'-zinnen) in het Frans | Overzicht van de hypothese in het Frans |