Zinsontleding (zinnen maken) in het Frans
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inNet zoals in het Nederlands kan een Franse zin opgedeeld worden in verschillende delen die elk afzonderlijk hun functie in de zin hebben. Het onderwerp, de persoonsvorm, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp zijn daar enkele voorbeelden van. In dit hoofdstuk analyseren we de volgende zinsonderdelen in het Frans:
Volg online taallessen met een professionele leraar
Dit is het startpunt van de zin, het geeft de kern weer, het duidt aan waarover de zin gaat of wie iets duidelijk wil maken. Het onderwerp is het element dat iets is, doet of ondergaat.
De persoonsvorm is een werkwoordsvorm die ons veel vertelt over de grammaticale opbouw van een zin.
Als je weet wat de persoonsvorm is, kan je ook gemakkelijker alle andere delen in de zin gaan analyseren en benoemen.
Het drukt het voorwerp van de actie uit. We spreken over een lijdend voorwerp of complément d'object direct (COD) als de zin niet ingeleid wordt door een voorzetsel. We hebben te maken met een meewerkend voorwerp of complément d'object indirect (COI) wanneer er een vast voorzetsel gebruikt wordt tussen het werkwoord en het voorwerp.
COD (geen voorzetsel) | COI (een vast voorzetsel) |
---|---|
Je connais ce monsieur. - Ik ken die meneer. | Il pense à son avenir. - Hij denkt aan zijn toekomst. |
Ils respectent les règles. - Ze respecteren de regels. | Il tient compte de tes désirs. - Hij houdt rekening met jouw wensen. |
L'agent règle la circulation. - De agent regelt het verkeer. | Je m'intéresse à cette histoire. - Ik ben geïnteresseerd in dat verhaal. |
Il croit avoir tout dit. - Ze denkt dat ze alles heeft gezegd. | Je m'étonne de te trouver ici. - Ik ben verbaasd jou hier te vinden. |
Zoals het onderwerp, kan ook het lijdend voorwerp (COD) gekarakteriseerd worden met een kenmerk of 'attribut' die behoort tot de werkwoordsgroep
Het komt bijvoorbeeld voor bij de werkwoorden rendre (maken), choisir, (kiezen), juger (beoordelen), considérer (beschouwen), en appeler (noemen). Transitieve werkwoorden zijn werkwoorden die een lijdend voorwerp (COD) nodig hebben, na het werkwoord kan je dus 'iets' of 'iemand' erbij denken. Bijvoorbeeld rendre quelque chose, choisir quelqu'un/quelque chose, juger quelqu'un/quelque chose enzovoort.
1 Het onderwerp in het Frans (le sujet) | Een duidelijke uitleg over het onderwerp in het Frans |
2 De persoonsvorm in het Frans (le prédicat verbal) | Overzicht van de persoonsvorm (prédicat verbal) in het Frans |
3 Lijdend (COD) en meewerkend voorwerp (COI) in het Frans | Uitleg over het lijdend voorwerp (COD) en het meewerkend voorwerp (COI) in het Frans |
4 De bijwoordelijke bepaling in het Frans | Uitleg over de bijwoordelijke bepaling in het Frans |