Conjugaison du verbe 'antwoorden' néerlandais
Inscrivez-vous gratuitement pour obtenir toutes les informations sur les cours particuliers et nos cours collectifs disponibles (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Enregistre-toi gratuitementInscrivez-vous gratuitement pour obtenir toutes les informations sur les cours particuliers et nos cours collectifs disponibles (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Enregistre-toi gratuitementVous trouverez ici toutes les conjugaisons du verbe 'antwoorden'.
Prends des leçons en ligne avec un enseignant professionnel
Sujet | Présent simple | Imparfait | Passé composé | Plus-que-parfait |
---|---|---|---|---|
Ik | antwoord | antwoordde | heb geantwoord | had geantwoord |
Jij, u | antwoordt | antwoordde | hebt geantwoord | had geantwoord |
Hij, zij, het | antwoordt | antwoordde | heeft geantwoord | had geantwoord |
Wij | antwoorden | antwoordden | hebben geantwoord | hadden geantwoord |
Jullie | antwoorden | antwoordden | hebben geantwoord | hadden geantwoord |
Zij | antwoorden | antwoordden | hebben geantwoord | hadden geantwoord |
Sujet | Futur simple | Conditionnel présent | Futur antérieur | Conditionnel passé |
---|---|---|---|---|
Ik | zal antwoorden | zou antwoorden | zal hebben geantwoord | zou hebben geantwoord |
Jij, u | zult antwoorden | zou antwoorden | zult hebben geantwoord | zou hebben geantwoord |
Hij, zij, het | zal antwoorden | zou antwoorden | zal hebben geantwoord | zou hebben geantwoord |
Wij | zullen antwoorden | zouden antwoorden | zullen hebben geantwoord | zouden hebben geantwoord |
Jullie | zullen antwoorden | zouden antwoorden | zullen hebben geantwoord | zouden hebben geantwoord |
Zij | zullen antwoorden | zouden antwoorden | zullen hebben geantwoord | zouden hebben geantwoord |
Impératif | Sujet |
---|---|
- | Ik |
Antwoord | Jij, u |
- | Hij, zij, het |
- | Wij |
Antwoord | Jullie |
- | Zij |
Présent | Passé |
---|---|
antwoorden | antwoordden |
Participe présent | Participe passé |
---|---|
antwoordend | geantwoord |