Engelse werkwoorden: tijden en vervoegen
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inWerkwoordstijden zijn een enorm belangrijk deel van de grammatica van een taal. De cursus is opgedeeld in de volgende onderdelen:
Volg online taallessen met een professionele leraar
Situatie | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Hulpwerkwoorden van modaliteit | She will make the invitations. | Zij zal de uitnodigingen maken. Hij zal voor je wachten bij het station. |
Hulpwerkwoorden van tijd | She is talking with him. | Zij is met hem aan het praten. Zij hadden naar de supermarkt gelopen. |
Om vragende en ontkennende zinnen te vormen of Oom ergens nadruk op te leggen. | Do you want a sandwich? | Wil jij een broodje? We praten niet meer zo veel. |
Passieve hulpwerkwoorden | The house was built. | Het huis was gebouwd. De brief was getypt door de student. |
Situatie | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Bijvoeglijk naamwoord | My brother sits next to the boy wearing the blue jumper. | Mijn broer zit naast de jongen die een blauwe trui draagt. Het is een interessant verhaal. |
Onderdeel van werkwoordelijk gezegde | I was talking to her. | Ik was met haar aan het praten. |
Situatie | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Om de present perfect te vormen. | I have walked home alone. | Ik heb naar huis gelopen. Laura heeft gevoetbald. |
Om de past perfect te vormen. | We had eaten our breakfast when we left home. | We hebben ons ontbijt gegeten toen we het huis verlieten. Zij was heel moe omdat zij niet goed heeft geslapen. |
Om de future perfect te vormen. | They will have worked at the same company for five years next week. | Zij hebben volgende week 5 jaar bij hetzelfde bedrijf gewerkt. |
Als een bijvoeglijk naamwoord in een deelzin. | The boy taken to prison has been released. | De jongen die naar de gevangenis is gebracht is vrijgelaten. De verbrande toast smaakte vreselijk. |
Structuur | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Combinatie van werkwoord en voorzetsel | We broke up three months ago. | Wij maakten het 3 maanden geleden uit. Ik ben met het jou eens over dit onderwerp. |
Combinatie van werkwoord en bijwoord | The colours of this shirt are fading away. | De kleuren van dit shirt vervagen. Zij kan hier niet mee weg komen. |
Combinatie van werkwoord, voorzetsel en bijwoord | He looks down on his girlfriend. | Hij kijkt neer op zijn vriendin. Blijf alstjeblieft op de hoogte van het nieuws. |
Situatie | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Het gerundium als onderwerp in de zin. | Brushing your teeth is important. Cycling is not allowed on the highway. | Tanden poetsen is belangrijk. Fietsen is niet toegestaan op de snelweg. |
Het gerundium als extra functie van het werkwoord "to be". | The best thing is watching movies in bed. The hardest thing to do is waking up early. | Het beste is om films in bed te kijken. Het moeilijkste is om 's ochtends vroeg op te staan. |
Het gerundium na voorzetsels. | He is good at drawing. They arrived in London after driving all night. | Hij is goed in tekenen. Zij arriveerden in Londen na de hele nacht te hebben gereden. |
Het gerundium na samengestelde werkwoorden. | She has a reason for being late. They can not help looking at her. | Zij heeft een reden om te laat te zijn. Zij kunnen het niet helpen om naar haar te kijken. |
Het gerundium in samengestelde zelfstandige naamwoorden. | There is a swimming pool on this floor. She wears running shoes. | Er is een zwembad op deze verdieping. Zij draagt hardloopschoenen. |
Het gerundium na het infinitief van een werkwoord. | She enjoys travelling to Asia. He should stop smoking. | Zij geniet van het reizen in Azië. Hij zou moeten stoppen met roken. |
Situatie | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
De infinitief van het werkwoord als onderwerp in de zin. | To work as a designer is my dream. To write in Greek is difficult. | Werken als ontwerper is mijn droom. Schrijven in het Grieks is moeilijk. |
Om te verwijzen naar de reden waarom iets gebeurd. | They came to Spain to work at a company. I pay for the ticket to go to the concert. | Zij kwamen naar Spanje om bij een bedrijf te werken. Ik betaalde voor het kaartje om naar het concert te kunnen gaan. |
In zinnen waar de volgende structuur wordt gebruikt: "it" + werkwoord "to be" + bijvoeglijk naamwoord / zelfstandig naamwoord. | It is impossible to find a restaurant here. It is very nice to meet you. | Het is onmogelijk om hier een restaurant te vinden. Het is heel fijn om jou te ontmoeten. |
Na bijvoeglijke naamwoorden die gevoelens beschrijven wordt de infinitief gebruikt. | I am happy to see you again. He is very pleased to meet you. | Ik ben blij om haar weer te zien. Hij is verheugd om jou te ontmoeten. |
De infinitief van werkwoorden wordt gebruikt als persoonsvorm na bepaalde werkwoorden. | I want to improve my English. She did not remember to bring my book. | Ik wil mijn Engels verbeteren. Zij is vergeten om mijn boek mee te nemen. |
Situatie | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Om een instructie te geven | Take the first turning on the right. Go straight ahead. | Neem de eerste afslag naar rechts. Ga rechtdoor. |
Om instructies te geven | Sit down! Be quiet! | Ga zitten! Wees stil! |
Om iets te verzoeken | Please, close the door. Please, open the window. | Alstjeblieft, doe de deur dicht. Alstjeblieft, open het raam. |
Om een suggestie te doen | Let's go outside! Let's listen to music! | Laten we naar buiten gaan! Laten we naar muziek luisteren! |
Onderwerp | Hoofdwerkwoord | Lijdend voorwerp | |
---|---|---|---|
Actieve zinnen | A car (Een auto) | hit (raakte) | the dog (mijn hond) |
Passieve zinnen | The dog (De hond) | was hit (werd geraakt) | by a car (door de auto) |
1 Tegenwoordige tijd in het Engels | Wil jij de grammaticale tijden in het Engels leren? |
2 Verleden tijd in het Engels | Wil jij de verleden tijd in het Engels leren? |
3 Toekomende tijd in het Engels | Wil jij uitleg over toekomende tijd in het Engels? |
4 Hulpwerkwoorden in het Engels | Wil jij de Engelse hulpwerkwoorden leren? |
5 Tegenwoordig deelwoord in het Engels | Wil jij uitleg over het Engelse tegenwoordige deelwoord? |
6 Voltooid deelwoord in het Engels | Wil jij uitleg over het Engelse voltooid deelwoord? |
7 Modale werkwoorden in het Engels | Engelse modale werkwoorden: uitleg, definities en oefeningen! |
8 Engelse samengestelde werkwoorden | Samengestelde werkwoorden: definities, voorbeelden en oefeningen |
9 Regelmatige werkwoorden in het Engels | Regelmatige werkwoorden in het Engels vervoegen |
10 Onregelmatige werkwoorden in het Engels | Wil jij onregelmatige en andere werkwoorden leren? |
11 Gerundium (-ing vorm) in het Engels | Wil jij uitleg over het gerundium in het Engels? |
12 Infinitief in het Engels | Leer alles over de infinitief in het Engels! |
13 Gebiedende wijs in het Engels | Leer alles over de gebiedende wijs in het Engels! |
14 Indirecte en directe rede in het Engels | Leer alles over de indirecte en directe rede in het Engels! |
15 Actieve en passieve zinnen in het Engels | Leer alles over de actieve en passieve zinnen in het Engels! |