Voorzetsels in het Engels

Dit hoofdstuk bespreekt de Engelse voorzetsels. Voorzetsels worden gebruikt om zelfstandige naamwoorden, voornaamwoorden of zinsdelen te koppelen aan andere woorden in de zin. In het Engels worden voorzetsels prepositions genoemd. 

Wat is een voorzetsel?

Een voorzetsel is een woord dat een relatie definieert tussen woorden in een zin. Het kan bijvoorbeeld de tijd, de plaats of de beweging van iets beschrijven.

Heb je een vraag?

Volg online taallessen met een professionele leraar

1. Native en geverifieerde leraren
2. Gratis proefles
3. Inclusief lesmateriaal

Micheline W.

Fraukje S.

Mohammad A.

ANDRE D.

Bilal A.

Pieter S.

Jeff N.

Anastasia S.

Christiaan E.

Rose F.

Schrijf je gratis in

Voorbeelden:

• I have to go to the supermarket soon. (Ik moet binnenkort naar de supermarkt.)
• I wiait for him in front of his house. (Ik wacht op hem voor zijn huis.)
• She came into the kitchen, when I was cooking. (Ze kwam de keuken in, toen ik aan het koken was.)

In dit hoofdstuk worden volgende ondwerpen kort besproken:

1. Positie van de voorzetsels
2. Soorten voorzetsels
3. Engelse voorzetsel 'about'
4. Voorzetsels 'in', 'at', or 'on'
5. Werkwoorden met vaste voorzetsels
6. Bijvoeglijke naamwoorden met vaste voorzetsels

1) Positie van voorzetsels in de zin

Het voorzetsel kan op 2 verschillende plaatsen staan in de zin:

• Voor het zelfstandig naamwoord in een bevestigende zin.
  • Example: I walk to the supermarket. (Ik loop naar de supermarkt.)
• Aan het eind van een vraagzin met vragende voornaamwoorden (who, what, where, when why).
  • Example: Where are you going to? (Waar ga je heen?)

2) Verschillende soorten voorzetsels in het Engels

Er zijn ongeveer 150 verschillende voorzetsels in het Engels. Er zijn verschillende soorten voorzetsels, maar de drie hoofdcategorieën worden weergegeven in de volgende tabel:

3) Engelse voorzetsels 'about' zonder zelfstandig naamwoord en 'about' met infinitief 

Sommige Engelse voorzetsels passen niet in een van de bovenstaande hoofdcategorieën. Hieronder vind je een voorbeeld van een van deze voorzetsels. 

• 'About' wordt gebruikt om te praten over een specifiek onderwerp. 

De onderstaande tabel toont het gebruik van 'about'.

4) Voorzetsels 'in', 'at', or 'on' in het Engels

De drie Engelse voorzetsels 'in', 'at' en 'on' worden op verschillende manieren gebruikt, niet allen om een plaats aan te duiden. 

• She is not interested in buying a car. (Ze is niet geïnteresseerd in het kopen van een auto.)
• We will meet at 3 o'clock. (We hebben om 3 uur afgesproken.)
• The house is on fire. (Het huis staat in brand.)

5) Werkwoorden met vaste voorzetsels in het Engels

Sommige Engelse werkwoorden worden gevolgd door voorzetsels, omdat dit belangrijk is voor de betekenis van het werkwoord in de zin. 

• She borrowed a jacket from her mother. (Ze leende een jas van haar moeder.)
• They participated in a contest. (Zij namen deel aan een wedstrijd.)
• We dream of becoming a famous band. (We dromen ervan een beroemde band te worden.)

6) Bijvoeglijke naamwoorden met vaste voorzetsels in het Engels

Sommige Engelse bijvoeglijke naamwoorden worden gevolgd door een bepaald voorzetsel, omdat dit belangrijk is voor de betekenis van het bijvoeglijk naamwoord.

• The Netherlands is famous for its windmills. (Nederland staat bekend om zijn windmolens.)
• Julia is interested in playing volleyball. (Julia is geïnteresseerd in volleybal.)
• My mother is married to my father. (Mijn moeder is getrouwd met mijn vader.)

Bekijk de andere hoofdstukken voor meer informatie over de voorzetsels in het Engels, inclusief een lijst met veelgebruikte Engelse voorzetsels.